donderdag 26 juli 2012
Halleluja
Halleluja, wat gebeurt daar ineens?! Zie ik dat goed? Gisteren was er nog nauwelijks wat te zien en nu ... de eerste courgette uit eigen tuin waar e.leclerc trots op zou zijn om hem in de groentenbakken te hebben liggen.
Wat een ding zeg, ik denk dat ik hem net op tijd geplukt heb. Geplukt, zeg je dat over courgettes? Afgesneden dan? Geoogst, ja, da's beter. Wat me opvalt is dat hij een perfecte vorm heeft. Niks niet krom en bobbelig maar mooi egaal en recht.
De allereerste courgettetjes die op de plant kwamen verdroogden en ik vreesde al voor een totale flop. Maar ik denk dat ze te weinig water kregen. Sinds ik ze elke dag trouw een emmertje water extra geef staat de plant er fris en vrolijk bij. En als dank geeft ze nu mooie rechte vruchten, ik kan niets anders bedenken.
Het is toch wel een plezier om uit eigen tuin groenten te mogen eten, nooit gedacht dat het zo'n voldoening zou geven. Ik zal maar al op gaan passen, straks worden we nog vegetariërs.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Zo zie maar weer. Het kan verkeren
in de "groene"tuin. Het ene moment
een kromkommer, het andere moment
een "super"courgette.
Maar voordat je vegetarier wordt
even onderstaand gedicht lezen.
Vegetariërs zijn mensen,
Die de mensen anders wensen,
Net als grote olifanten;
Daarom eten zij slechts planten,
Zij zijn bang voor dooie koeien,
Want die kunnen niet meer loeien.
Beesten doden om te eten,
Noemen ze van God vergeten.
't Is zo deftig en zo fijn
Vegetariër te zijn!
In hun reine restauratie,
Is voor arm en rijk een plaasie,
Overal, tot in de keuken
Hangen christelijke spreuken,
Die de ziel zo zeer versterken,
En zo spijsverterend werken,
Die voor overdaad behoeden,
Ons met idealen voeden.
't Is zo deftig en zo fijn
Vegetariër te zijn.
Zondags bonen, maandags bonen,
Dinsdags bonen, woensdags bonen,
Donderdags gepofte bonen,
Vrijdags bonen, altijd bonen,
Zaterdags gestoofde bonen,
God bewaar ons voor die bonen,
Bonen eten is 't beste,
Tot we bonen zijn ten leste,
't Is zo deftig en zo fijn,
Vegetariër te zijn.
Voor een heel klein beetje duiten,
Ga je je aan pap te buiten,
Voor een paar onnooz'le centen
Eet je appelen met krenten,
Soep van blaren, pas gevallen,
Met mahoniehouten ballen,
Meisjes met verboden konen,
Brengen je je portie bonen,
Vriend'lijk kijken is er nodig,
Fooien geven overbodig.
't Is zo deftig en zo fijn,
Vegetariër te zijn.
Sociaalders, anarchisten,
Lieve, zoete idealisten,
Niemand zit zich aan te stellen,
Ieder heeft wat te vertellen,
Brave armen, milde rijken,
Allen zijn ze huns gelijken,
Zwaargespierde, vrije vrouwen,
Die niet van 't mansvolk hou'en,
Kooplui, kunstenaars, poëten.
Heel de groep zit daar te eten.
't Is zo deftig en zo fijn,
Vegetariër te zijn.
Vegetariërs zijn lieden,
Die een ander wat verbieden,
Vegetariërs zijn poppen,
Die zich vol principes proppen.
Zij zijn bang voor bitterneuzen,
Soberheid is hunne leuze,
't Zal nog zover met ze komen,
Dat ze nest'len in de bomen,
Dat ze dode blaren eten,
Voor de rust van hun geweten.
't Is zo deftig en zo fijn,
Vegetariër te zijn.
Bron: De Nederlandse poëzie van de negentiende
en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten
samengesteld door Gerrit Komrij.
(heb zomaar een vermoeden, dat je
dit gedicht kent...)
Een reactie posten