Maar één dezer dagen moet het er toch van gaan komen, het is tenslotte al april. Willen we nog iets te eten halen uit die tuin dan kunnen we ons niet permiteren om nog veel langer te wachten.
Er liggen van het voorbije seizoen nog allerlei al dan niet zelfgewonnen zaadjes op het schap te wachten om de grond in te mogen. Groene boontjes, gele boontjes, peultjes, zonnebloemen, pompoenen en nog wat anders spul waar ik in de gauwigheid nu even niet op kan komen. En alsof het nog niet genoeg is hebben we nog ander groenvoer in huis gehaald. Een doosje fèves op z'n Frans, boerentenen op z'n Vlaams, poepetonen op z'n Gronings of tuinbonen op z'n Hollands.
Die poepetonen, dat doet me terugdenken aan een geweldig optreden van Pé Daalemmer en Rooie Rinus. In najaar 2005 stonden we samen met 4000 anderen in de Martinihal in Groningen te genieten van dit Groninger kleinkunst-duo. Ik had nog nooit van het woord poepetonen gehoord, tot die avond.
De papieren puut mit poepetonen dai ik van mien moeke
Oet de vraizer mitkregen had
Was al hailendaal deurwaikt deur dai rottege regen
Dai mie nou ook al bie nekvelle laangs begon te lopen
In de verte zag ik 'n poar koplampen dichterbie kommen
Dus ik begon as 'n gek mit mien aarms te zwoaien
Woardeur puut openscheurde en poepetonen op weg sodemieterden
Tjongejongejongejongejonge, wat had ik 'n mazzel
Want ik kon mitrieden tot Wirdumerdraai
Geen opmerkingen:
Een reactie posten