Vanochtend vroeg opgestaan. Het zand en de cement zou (weer) geleverd worden en die willen er nogal eens vroeg zijn. Het was nog steeds wit, er lag ijs op de plassen. Ik stond met mijn ontbijt in mijn handen naar buiten te kijken en daar stonden ze.
Twee reeën, op een steenworp afstand. Zijn ze niet prachtig in de opkomende zon. Verderop hoorde je het burlen van een hert. Vroeg opstaan heeft zo zijn voordelen. Gisteren nog liepen er drie everzwijnen door de achtertuin. Ze waren me te snel af, ik was te laat om ze op de gevoelige chip vast te leggen.
Maar, au travail, er moet weer wat gedaan worden. Vandaag de volgende muur van de gite met een beitel schoongemaakt. Dan kan ik binnenkort weer verder met voegen. Moet het wel iets warmer worden. Het is nu drie graden in de gite, iets te koud eigenlijk. Niet zozeer voor mij, maar de specie bevriest 's nachts, niet goed voor de stevigheid. Over stevigheid gesproken, ik kwam een stukje muur tegen wat er een beetje eng uitziet.
Oei oei oei, die steen die boven dat gat zit steunt hooguit één cm op de steen eronder, daar ga ik dus niet aan beitelen, eerst maar eens opvullen met beton. Blijkbaar is die muur ooit een beetje gaan bewegen. Volgens de expert is het allemaal niet erg, maar ik neem liever het zekere voor het onzekere. Als die steen los zou komen dan vallen de stenen erboven ook en daar zit wel een draagbalk van het dak bovenop. Beter geen risico nemen.
Rond tweeën werd uiteindelijk het zand en de cement geleverd. Stond ik dáár vroeg voor op? Maar goed, er bleef nog tijd genoeg over voor een rondje bricodepot. Het was voor ons doen alweer erg lang geleden, zeker een week.
Kar volgeladen met planken. Er moeten luiken worden gemaakt en een plafond in de gite. Weer eens iets nieuws om mee te experimenteren.
5 opmerkingen:
En ik maar denken "de beton" en "het zand", dat zijn die twee reeën daaronder ...
Herman de Man: Het wassende water
Godfried Bomans: De was en het water
Waarde lezers, nu u toch bent aangeland bij dit artikel maak ik meteen gebruik van de gelegenheid uw aandacht te vragen, ditmaal voor het volgende.
Bij de verzoenende woorden tussen Felix, Hiephoi en Miauwmauw verwacht uiteraard iedereen dat de verzoeningspoging van deze beide zusters ook door mij volle luister bijgezet zal worden.
Edoch, dank zij mijn voorbeeldige opvoeding weet ik hoe verstandig het is zaken eerst rustig te laten bezinken alvorens een overhaaste conclusie te trekken en te ventileren met alle daaraan mogelijk verbonden risico's.
Ik ben mij bewust dat ik onaardige woorden heb gesproken tegen mijn beide nichtjes.
Ik heb hen beschuldigd van gekruip, geslijm en gefleem dat mij tegen de borst stuit. Het ogenblik waarop ik die woorden aan de blog toevertrouwde waren die woorden waarheid.
Inmiddels constateer ik dat sindsdien de door hen gekozen bewoordingen een keer hebben genomen. De gezusters hebben hun taal gebeterd, ik ben bereid hen een tweede kans te geven zich te gedragen op een wijze die bij hun opvoeding past.
Per slot zijn zij - in al hun bescheidenheid - dan toch maar familie van mij, de adellijke baronesse de la Marotte, al heeft mijn vader die titel voor grof geld verworven, maar dat ter zijde.
En ieder die familie van mij is, aangenomen of niet, heef in ieder geval een fatsoenlijke opvoeding genoten, en ik gun de beide dames een eerlijke kans alsnog te bewijzen dat zij die opvoeding ook in praktijk weten te brengen.
Hoe? Zij weten zeer wel hoe welopgevoede katten hun aristokattische waarden weten te manifesteren, het woord is aan de gezusters.
Met een allerhartelijkste knuffel voor ieder die dat waard is,
Mascotte
PS: bete neef, mogelijk - ja zelfs hopelijk - heb je het bij het rechte eind en kunnen we weer eens met zijn vieren - zoals vroeger - een van onze ouderwetse kattenliederen ten gehore brengen (maar dan wachten we wel op het mooie weer)
Ma cher Mascotte,
Ik deel je hoop en snap je voorzichtigheid. Dat gevieren brengen van een kattenserenade lijkt mij ook wel wat. Ik kan daar nu al naar uitkijken. En wat schetst mijn blijde verwondering; de werkgeefster van onze nichtjes heeft voor dit doel een prachtig podium (met afdak) in elkaar getimmerd! Als ik het wel heb heeft zij het ook nog op een zodanige plaats neergezet dat het podium vanuit de slaapkamer aanschouwd kan worden. Wat let ons om daar op een mooie lenteochtend, wanneer de kou uit de lucht is (en blijft), plaats te nemen en de werkgevers van onze nichtjes een aubade te brengen? Wat zullen ze blij zijn met ons gezang! Met deze warme gedachten komen we de bitter koude winter wel door dacht ik zo.
Geachte cursist,
Hartelijk dank voor het insturen van uw thuisopdrachten. Het ziet er weer goed uit en ik wil u dan ook complimenteren met uw werkstuk. Uw verhaal leest vlot weg en de illustraties ondersteunen de tekst op een effectieve manier. Op een geheel eigen en dus bijzondere wijze hebt u vorm gegeven aan onze schrijfopdracht `Oei Oei Oei`.
Ook inhoudelijk steekt uw verhaal goed in elkaar. Als specifiek Docent Inburgering wil ik echter twee kleine opmerkinkjes maken. Op uw laatste illustratie zijn rechtsboven zogenaamde natte dozen zichtbaar. Zoals u in uw werkstuk van 8 november terecht hebt vermeld dienen deze voor de opslag van wijnen voor thuisgebruik. In dit geval is echter toch sprake van een geschenkverpakking.
Ten tweede wil ik u erop wijzen dat een geboren Marnavien de zinsnede "Ik stond met mijn ontbijt in mijn handen naar buiten te kijken en daar stonden ze" zou formuleren als "Ik stond naar buiten te kijken en daar stond mijn ontbijt". Mélodie du pays, honneur du pays...
Goed gedaan, ga zo door!
Cordialement,
Brameau Lepremier
docent Mental Sunshine Academy,
Faculteit Inburgering Oc
Een reactie posten